Productinformatie
Familienaam: Prunus.Prunus cerasifera ‘Nigra’ is een middelgrote bladverliezende boom of heester, in het nederlands ook wel kerspruim of kroosjespruim genoemd. Hij heeft in zijn jonge jaren een opgaande, losse groeivorm, wordt breder met de leeftijd. Hij bloeit rijkelijk op het naakte hout met lichtroze, enkele, komvormige geurende bloemen met vijf bloemblaadjes en een donker centrum, de uitbloei is bijna wit. De bladeren zijn puntig, ellipsvormig, gezaagd en rood bij het uitlopen om dan tijdens de zomer en herfst naar purper tot zwartpaars te verkleuren. Deze prunus houdt van een standplaats in volle zon en doet het goed in iedere grondsoort, is goed winterhard en zeewind tolerant.
Meer informatie over dit product?
Wilt u meer informatie over dit product en/of over de bestelmogelijkheden? Neem dan contact met ons op.
Gerelateerde Producten
Prunus laur. ‘Etna’ (R) (‘Anbri’PBR)
Prunus laurocerasus 'Etna'(R)('Anbri'PBR), ook wel laurierkers genoemd is een middelgrote wintergroene sierstruik met een compact opgaande, dichtvertakte vorm. Hij bloeit in april en mei met kleine witte, tot roomwitte geurende bloempjes in opstaande trossen en heeft grote, glanzende, ovale en langwerpige donkergroene bladeren die bronskleurig ontluiken. Hij prefereert een standplaats in de halfschaduw, doet het goed in vrijwel iedere grondsoort, is redelijk winterhard en produceert in de herfst niet eetbare vruchtjes.
Prunus lusitanica ‘Angustifolia’
Prunus lusitanica, in het Nederlands portugese laurier genoemd is een middelgrote wintergroene sierstruik met een compacte dichtvertakte, opgaande vorm. Hij bloeit in mei en juni met kleine witte, geurende bloempjes in tot 25cm grote trossen en heeft smalle, glanzende, ovale, getande, donkergroene bladeren Hij prefereert een standplaats in de halfschaduw of zon, doet het goed in vrijwel iedere grondsoort, is redelijk winterhard en produceert in de herfst niet eetbare vruchtjes.
Prunus laur. ‘Rotundifolia’
Prunus laurocerasus 'Rotundifolia', ook wel in de volksmond'paplaurier'genoemd is een grote wintergroene sierstruik met een compacte dichtvertakte vorm. Hij bloeit in mei en juni met kleine witte, geurende bloempjes en heeft korte, glanzende, breed ovale, leerachtige, middengroene bladeren Hij prefereert een standplaats in de zon of halfschaduw, doet het goed in vrijwel iedere grondsoort, is redelijk winterhard en produceert in de herfst niet eetbare vruchtjes.
Prunus laur. ‘Caucasica’
Prunus laurocerasus 'Caucasica', ook wel laurierkers genoemd is een middelgrote wintergroene sierstruik met een breed opgaande, dicht vertakte vorm. Hij bloeit in april en mei met kleine witte, komvormige, geurende bloempjes en heeft grote, glanzende, ovale en langwerpige donkergroene bladeren. Hij prefereert een standplaats in de halfschaduw, doet het goed in vrijwel iedere grondsoort, is redelijk winterhard en produceert in de herfst niet eetbare vruchtjes.
Prunus glandulosa ‘Alboplena’
De Prunus glandulosa 'Alba Plena' wordt ook wel Prunus glandulosa 'Alboplena' genoemd en behoort tot de familie Rosaceae. De Prunus glandulosa 'Alba Plena' heeft een groen blad en een wit gevuld kleurige bloem. Deze heester bloeit in april en mei en wordt ongeveer 150 cm hoog. De Prunus glandulosa 'Alba Plena' heeft droog-vochthoudend voedselrijk grond nodig. De beste plek voor deze heester is: licht schaduw.
Prunus incisa ‘Koyou-no-mai’
Prunus incisa 'Kojou no Mai' is een klein bladverliezende heester, in het nederlands ook wel Fuji kers genoemd. Hij heeft een gespreide, zigzag vertakte vorm en ronde habitus. Hij bloeit rijkelijk met witroze, enkele, geurende bloemen met een rood centrum uit donkerrozerode bloemknoppen, de uitbloei is bijna wit. De bladeren zijn puntig, lancetvormig, gezaagd en geelgroen bij het uitlopen om dan tijdens de zomer middengroen te worden en in de herfst fel oranjerood te verkleuren. Deze prunus houdt van een standplaats in volle zon en doet het goed in iedere grondsoort, is goed winterhard.
Prunus lusitanica
Prunus lusitanica, in het Nederlands portugese laurier genoemd is een grote wintergroene sierstruik met een compacte dichtvertakte, opgaande vorm. Hij bloeit in mei en juni met kleine witte, geurende bloempjes in tot 25cm grote trossen en heeft smalle, glanzende, ovale, getande, donkergroene bladeren Hij prefereert een standplaats in de halfschaduw of zon, doet het goed in vrijwel iedere grondsoort, is redelijk winterhard en produceert in de herfst niet eetbare vruchtjes.