Mitchella repens
CONTENT co. 2l.
Mitchella repens heet in het Nederlands Patrijsbes, de patrijsbes is een groenblijvend heestertje wat goed als bodembedekker gebruikt kan worden. De patrijsbes bloeit wit in mei tot in juli en na de bloei verschijnen er rode bessen die tot lang in de winter aan de plant blijven zitten. Mitchella repens staat graag in een humeuze wat vochtige grond in de schaduw. Mitchella repens wordt 5 tot 10 cm hoog.
Myrica gale
CONTENT co. 2l.
Myrica gale is een geurende bladverliezende struik. De roodbruine kleur van de scheuten is opvallend. Myrica is inheems in Nederland, deze struik krijgt katjes. Hij komt voor op natte,zure grond en in de duinen.
Myrica pensylvanica
CONTENT co. 2l.
Amerikaanse gagel kruidig blad, halfwintergroen. De hoogte na 10 jaar is 100 cm. De bloemkleur is rosegeel. Deze plant is zeer winterhard. De bloeiperiode is februari - maart.
Myrtus communis ‘Variegata’
CONTENT co. 2l.
Bonte mirte . De hoogte na 10 jaar is 150 cm. De bloemkleur is wit. Deze plant is niet winterhard. De bloeiperiode is april - mei.
Ugni molinae ‘Flambeau’ (Myrtus)
CONTENT co. 2l.
Bijzondere myrte soort met rozebont blad. De hoogte na 10 jaar is 200 cm. De bloemkleur is wit. De bloeiperiode is juni – augustus. Deze plant is niet winterhard.
Ulmus carp. ‘Wredei’
CONTENT co. 2l.
Ulmus hollandica 'Wredei', in het nederlands gele olm of goudiep genoemd is een bladverliezende boom met een slank opgaande, zuilvormige habitus die op oudere leeftijd wat ronder wordt. De bladeren zijn zeer decoratief, eerst goudgeel, later in de zomer groengeel, het blad is kroezelig, ruw, breed elliptisch tot eivormig. In maart en april verschijnen onopvallende roodbruine bloempjes gegroepeerd in kleine trossen, later gevolgd door gevleugelde zaadnootjes. De goudiep houdt van een standplaats in volle zon of halfschaduw en een neutrale tot kalrijke bodem.
Ulmus carp. ‘Wredei’
CONTENT co. 3l.
Ulmus hollandica 'Wredei', in het nederlands gele olm of goudiep genoemd is een bladverliezende boom met een slank opgaande, zuilvormige habitus die op oudere leeftijd wat ronder wordt. De bladeren zijn zeer decoratief, eerst goudgeel, later in de zomer groengeel, het blad is kroezelig, ruw, breed elliptisch tot eivormig. In maart en april verschijnen onopvallende roodbruine bloempjes gegroepeerd in kleine trossen, later gevolgd door gevleugelde zaadnootjes. De goudiep houdt van een standplaats in volle zon of halfschaduw en een neutrale tot kalrijke bodem. Deze iep behoeft weinig snoei, is goed winterhard.